Wat kunt u doen? Betrokken blijven!
• Blijven bedenken dat wisselende waardes in deze leeftijdsfase voor kunnen komen. Wat niet wil zeggen dat meten en spuiten minder belangrijk worden, maar probeer niet te streng te zijn voor uzelf en uw tiener.
• Jongeren vinden het vaak niet prettig meer om vaak te moeten vertellen hoe de waardes zijn. Een whiteboard kan uitkomst bieden: uw tiener kan hierop dagelijks bijvoorbeeld de ochtend- en avondwaarde noteren zodat u hiervan op de hoogte bent. Het voordeel voor uw tiener is dat hij/zij van het ‘gezeur’ af is. Sommige ouders schrijven terug op het whiteboard; zij geven bijvoorbeeld een compliment, of laten zo af en toe iets leuks achter (bv een kaartje of een leuke magneet). U kunt samen afspreken wat redenen kunnen zijn om alsnog in gesprek te gaan over de waardes.
• Op een positieve manier te blijven informeren naar de diabetes en hoe uw tiener dit beleeft.
Tieners doen wel heel stoer, maar blijken het ondertussen heel fijn te vinden als hun ouders belangstelling en betrokkenheid blijven tonen, ook als de tiener vrijwel alles zelf doet.
• Los van het bespreken van waardes is het goed om af en toe te vragen hoe het met uw tiener en de diabetes is en of het allemaal nog een beetje lukt om de diabeteshandelingen vol te houden.
• Bij ruzies met uw tiener proberen te onderhandelen over de wensen van uw tiener en uw eigen grenzen. Langzamerhand gaat uw tiener steeds meer zelf doen en heeft u niet meer altijd de controle. Het loslaten hiervan kan lastig zijn. Blijven praten helpt. Mochten er zoveel ruzies ontstaan dat u er zelf niet meer goed uitkomt: het diabetesteam kan hierbij meedenken als u dat wilt. Aarzel vooral niet om aan de bel te trekken.
• Stil staan bij wat u verwacht van uw kinderen, en wat zij van u als ouders mogen verwachten. Wat mag wel, wat mag niet? Waar liggen de grenzen? Wat is de consequentie als uw tiener zich niet houdt aan de afspraken? Duidelijkheid over de wederzijdse verwachtingen en verantwoordelijkheden zorgt dat iedereen weet waar hij aan toe is. Ook wordt het makkelijker om met elkaar in gesprek te blijven.
• Stil staan bij wat de diabetes betekent voor de andere kinderen in uw gezin. Hoe gaan zij ermee om? Soms zijn zij jaloers vanwege de aandacht die de tiener met diabetes krijgt van u als ouders. Deze jaloezie kan weer leiden tot een schuldgevoel, omdat ze ook wel weten dat hun broer/zus veel liever geen diabetes had. Ook zijn er kinderen die een (te) grote verantwoordelijkheid voelen rondom de diabeteszorg. Het helpt om deze gevoelens bespreekbaar te maken door aan te geven dat deze heel normaal zijn, alle broers en zussen van iemand met diabetes voelen deze dingen wel eens. Misschien heeft uw kind wel ideeën waardoor hij/zij hier minder last van zou hebben.
• Veel tieners (en ouders) vinden het leuk af en toe eens met z’n tweeën iets leuks te doen, dus samen met een van hun ouders. Zeker in deze fase (waarin wat sneller conflicten kunnen ontstaan), een goede manier om de communicatie positief te houden. Broertjes en zusjes van een tiener met diabetes genieten vaak ook van de onverdeelde aandacht, die dan even helemaal niet naar de diabetes hoeft uit te gaan. Als het haalbaar is, van harte aanbevolen!
• Als zaken rondom meten en spuiten moeilijk gaan, probeer straf hiervoor te vermijden. Straf wakkert schuldgevoel over de diabetes aan. In plaats van negatieve correctie kunt u de nadruk leggen op wat wel lukt, en eventueel tijdelijk een beloningssysteem invoeren. In de hand-out ‘belonen, hoe doe ik dat? zijn praktische adviezen te vinden. Belonen is effectiever dan straffen, en kan voorkomen dat er een negatieve spiraal ontstaat.
Belonen: hoe doe ik dat?
• Beloon tieners met diabetes nooit voor goede bloedglucosewaardes, maar voor gedrag (bijvoorbeeld meten/spuiten/bolussen/koolhydraten tellen).
• Samen stilstaan bij wie wat zou moeten weten kan helpen om iets uit te durven leggen over de diabetes. Gebleken is dat jongeren op de lange termijn beter met hun diabetes omgaan als zijzelf en hun ouders open zijn geweest over de ziekte.
Wat kunt u verwachten?