Wat kunt u doen? Flexibel zijn, maar ook grenzen stellen!
Rustig en op afstand aanwezig zijn, proberen niet mee te gaan met de golven van emoties van uw tiener.
Steun en toeverlaat blijven, maar ook:
Voor uzelf opkomen (niet over u laten lopen) en consequente grenzen hanteren.
Een goed beeld hebben van wat uw tiener aankan, wat hij/zij aan vaardigheden in huis heeft, wat de grenzen van zijn/haar mogelijkheden zijn.
Stel eisen die passen bij de capaciteiten van uw tiener. Dit kan veel problemen voorkomen.
Het is belangrijk alert te zijn op problemen met eten en/of stemmingsproblemen.
Problemen met eten: Belangrijke signalen zijn: het overslaan van insuline injecties/bolussen, eetbuien, ontevreden met lichaam en gewicht, het overslaan van maaltijden.
Depressieve gevoelens: Belangrijke signalen zijn: somberheid, weinig energie, geen interesse meer hebben in dingen en activiteiten die eerst wel leuk waren.
Zorgen dat u en uw tiener weten welke invloed uitgaan (dansen, alcohol, drugs, uitslapen) en seks op diabetes hebben, zodat uw tiener in deze situaties problemen door de diabetes kan voorkomen.
Op de hoogte zijn van wat uw tiener buitenshuis doet en deze ervaringen bespreekbaar houden. Veroordelend zijn over ongewenst gedrag heeft een averechts effect; handiger is om duidelijk te stellen dat dit niet de bedoeling is en bespreken hoe jullie kunnen zorgen dat uw tiener het volgende keer anders aanpakt.
Met uw tiener praten over wat voor jullie allebei een werkbare manier is om te praten over de diabetes. Veel tieners reageren boos of geprikkeld als ouders vragen naar de diabetes, maar kunnen ook aangeven welke manier van vragen/communiceren niet tot boosheid leidt.
Bespreken dat hij/zijzelf in de eerste plaats, maar u als ouder ook nog verantwoordelijk bent voor de diabetes en hem/haar graag helpt de instelling goed te houden. Elkaar op de hoogte houden kan voor de tiener winst opleveren, bijvoorbeeld dat er minder aan zijn/haar hoofd gezeurd wordt als het lukt om regelmatig even wat uit te wisselen over de stand van zaken rondom de diabetes.
Niet dreigen met lange termijn complicaties. Wel kunt u met uw tiener samen bedenken welke dingen nu beter/makkelijker zouden gaan als de waardes goed zouden zijn.
Ook op deze leeftijd werkt een beloningssysteem nog heel goed!
Belangrijk: beloon een tiener met diabetes nooit voor goede waardes, maar voor het goed uitvoeren van handelingen! (meten/spuiten/bolussen/koolhydraten tellen)
Belonen: hoe doe ik dat? (pdf)
Om uw tiener te steunen kan het heel nuttig zijn zelf een week te doen alsof u diabetes heeft. Wat zijn uw ervaringen als u dagelijks moet meten, spuiten/bolussen (u kunt de reservepomp van uw tiener vastplakken zonder naald) en bij elke maaltijd/tussendoortje na moet denken hoeveel koolhydraten erin zitten en wat te doen met de insuline? Succes bij uw tiener gegarandeerd!
Nagaan of alles rondom de diabetes op school goed loopt. Hebben relevante mensen op school voldoende informatie? Vindt uw tiener dat het goed loopt?
Wat kunt u verwachten?