Omgaan met de diagnose

Boosheid

Het is volkomen normaal als ouders zich boos of woedend voelen nadat bij hun kind diabetes is vastgesteld. Boos omdat het niet eerlijk is dat kinderen ziek worden, en omdat het hun eigen kind is dat getroffen is. ‘Waarom moet dit ons overkomen? Waarom is ons kind ziek geworden? Waarom kan ik de ziekte niet overnemen?’ Dit zijn voorbeelden van gedachten die veel voorkomen. De boosheid kan zich richten op uzelf, uw kind, uw ouders of partner, of op de dokter die de diagnose stelde of, wanneer u gelovig bent, op God. Maar uiteindelijk gaat het om boosheid op de ziekte. Ook kinderen zijn vaak boos op de ziekte. Ga dit niet uit de weg maar bied uw kind de gelegenheid er over te praten. Voortdurende boosheid kan een destructieve werking krijgen. Daarom is het belangrijk om de boosheid te erkennen; accepteer dat boosheid een onderdeel van het rouwen om de ziekte is. En ga na of het lukt om constructief met boosheid om te gaan.

Wat te doen met boosheid?

Realiseert u zich dat u een keuze heeft voor wat betreft het omgaan met boosheid en andere negatieve emoties: wegstoppen, afreageren of de emotie aangaan. Passief reageren en het nare gevoel opkroppen heeft geen positieve uitwerking; dit zal eerder het rouwproces verlengen. Afreageren belast anderen, van wie u misschien zelf steun zou willen of die uw zorg en steun nodig hebben. De emotie aangaan wil zeggen: erkennen dat u zich naar voelt, en stil staan bij de redenen daarvan. Emoties uiten helpt: dit kan door actief iets te gaan doen, bijvoorbeeld sporten of wandelen/fietsen. Ook praten met naasten kan helpen bij het verwerken van ingrijpende gebeurtenissen. Wanneer mensen liever niet praten, kan schrijven een mogelijkheid zijn; een dagboek, een brief of een kladje dat de prullenbak in gaat.

Andere veelvoorkomende reacties
Ontkenning
Rouw
Schuldgevoel
Verdriet

Omgaan met de diagnose
Hulp?

Als u na verloop van tijd het gevoel hebt niet goed uit de stress van de eerste fase te komen, is het raadzaam dit te bespreken met uw diabetesteam.